Inbraakbeveiliging voor woning en bedrijf.

Iemand breekt glas, verwijdert iets, opent een deur of raam en betreedt een ruimte. Maar tegelijk zorgt diegene voor een trilling, onderbreekt hij een lichtbundel of stapt hij in een detectieveld van een bewegingsmelder. Bij een inbraakbeveiliging registreert een detector een inbraak (of poging daartoe). En heeft de inbreker sowieso minder tijd om zijn buit te verzamelen.

Hoe dan ook, een detector stuurt een elektrische impuls naar de centrale van het alarmsysteem en die centrale zet de ontvangen impuls om in een alarmsignaal, bijv.:

1) een sirene (met een vermogen van rond de 100 dB) in het pand geeft een zeer sterk lawaai af. Ook een flitslicht maakt de omgeving opmerkzaam op de onveilige situatie. De indringer voelt zich ‘gesnapt’;

2) een zogeheten ‘stil alarm’ (AL1-verbinding) stuurt via een kiezermodem een alarmsignaal door naar een Particuliere Alarm Centrale (PAC), die vervolgens sleutelhouders en/of politie inschakelt;

3) een zogeheten AL2-verbinding (Digi Access Alarm) is perfect voor hoogrisico-objecten, want het betreft hier een betrouwbare en veilige dataverbinding voor uw alarmeringsapparatuur. De lijn wordt continu op werking gecontroleerd. Bij uitvallen krijgt de alarmcentrale meteen een melding.

NB: hoe goed een alarmsysteem ook afschrikt, het is raadzaam om goede bouwkundige beveiligingen aan te brengen, bijvoorbeeld deugdelijke sloten.